Dat ooievaars juist in Lelystad een mast als thuis claimen is simpel te verklaren; een paar honderd meter verderop is het Natuurpark Lelystad. In de afgelopen jaren zijn er tientallen ooievaars opgegroeid. Het is een koloniedier, dus ze blijven in de buurt. Iedere middag zijn om half drie de nesten leeg. Dan worden de ooievaars in het natuurpark gevoerd. Dat weten de vogels uit de masten en eten mee.
In twee andere masten zijn ook nesten gebouwd. Zo ontstaat langs de A6 een straatje met ooievaarsflats. Onlangs zijn zo'n 40 vogels geteld op twaalf nesten.
Ondertussen houdt netbeheerder TenneT de masten in de gaten. Als de nesten te dicht bij de hoogspanningsdraden komen, kan er schade ontstaan. Dat gevaar is er niet, blijkt donderdag. De nesten hebben voldoende afstand en zijn stevig gebouwd, zien professionele klimmers vanuit de nok van de mast.
Ondertussen nemen de TenneT medewerkers vier jonge ooievaars mee naar beneden. Zij zijn een maand geleden uit hun ei gekropen. Ze worden geringd door Inge Hagens en Arda van der Lee. Van der Lee werkt bij Landschapsbeheer Flevoland en is net als Hagens vrijwilliger bij STORK.
Door de ring om de poot houden ze de ooievaars in de gaten. Bijvoorbeeld hoe het is voor ooievaars om op te groeien dichtbij elektriciteitsdraden. ,,Om een goed beeld te kunnen krijgen is meer onderzoek nodig", zegt Van der Lee. ,,Maar op het eerste gezicht lijkt het geen invloed te hebben. De vier jongen die zijn gewogen en gemeten zagen er goed uit."
Een ooievaarsflat, acht appartementen. Maar niet alle bewoners zijn bekend. In de nesten op de zijtakken van de mast zitten ook jongen. Daar mogen de klimmers niet heen, zolang er stroom op de hoogspanningslijnen staat.