Hoogspanningsnetbeheerder TenneT spreekt vandaag in haar jaarlijkse Rapport Monitoring Leveringszekerheid (2017-2033) de verwachting uit dat de leveringszekerheid van elektriciteit in Nederland de komende jaren toereikend is. Hoewel meerdere centrales de deuren zullen sluiten, zal de markt voor moderne, efficiënte gaseenheden verbeteren en zullen naar verwachting verschillende gascentrales die nu nog in de mottenballen staan na 2020 weer elektriciteit kunnen produceren.
Bovendien zorgen TenneT's grensoverschrijdende stroomverbindingen over land en op zee voor voldoende mogelijkheden voor import en export, waarmee deze zogenoemde interconnectoren voor extra zekerheid zorgen. De technische import- en exportcapaciteit2 groeien met 60 procent van 5,5 gigawatt (GW) nu naar 9,1 GW in 2025, de daadwerkelijke voor de markt beschikbare capaciteit wordt bepaald door marktsituaties.
Sterke groei duurzame productiecapaciteit
Het thermische elektriciteitsproductievermogen3 in Nederland daalt van 22,4 GW nu naar 17,6 GW in 2033. De som van zon PV-, waterkracht en windvermogen stijgt in deze periode van 7,1 GW naar een geschatte 36,1 GW. Hiermee zou, naar verwachting en met in achtneming van grote onzekerheden met betrekking tot de dan daadwerkelijke beschikbaarheid van vermogen, in 2033 twee derde van de elektriciteitsproductiecapaciteit in Nederland duurzaam kunnen zijn. In 2025 is dat iets meer dan de helft. In beide jaren maken wind op zee en wind op land in totaal circa de helft uit van de duurzame productiecapaciteit, de andere helft is zon PV.
Marktsituatie voor gascentrales verbetert
In het kader van de leveringszekerheidsmonitor heeft TenneT ook laten onderzoeken4 hoe de markt voor gascentrales, een belangrijk deel van het Nederlandse elektriciteitsproductiepark, er de komende jaren uit ziet. Belangrijkste conclusie is dat wordt verwacht dat de marktsituatie voor de meest efficiënte gascentrales die nu in de mottenballen staan vanaf 2024 (sterk) verbetert. Uitfasering van kernenergie in Europa, stijging van CO2- en brandstofprijzen gaan er naar verwachting voor zorgen dat gascentrales weer winstgevend worden. Marktpartijen hebben in 2016 en 2017 geconserveerd vermogen ter grootte van opgeteld 1,3 GW in gebruik genomen. Daarnaast is onlangs aangekondigd dat in de loop van 2020 geconserveerd gasvermogen van nog eens 1,3 GW weer in gebruik zal worden genomen.
Nederland nauw verweven met internationale markt
In de Monitoring van 2017 werd aangegeven dat er vanaf 2020 momenten zouden kunnen ontstaan van importafhankelijkheid van elektriciteit. Bijvoorbeeld bij combinaties van geen productie uit zon/wind en een hoge vraag naar elektriciteit. Volgens de nieuwe monitor wordt deze situatie nu pas voorzien vanaf 2025. Tot die tijd kan het binnenlands productiepark ook zonder import aan de vraag voldoen.
Importafhankelijkheid hoeft overigens geen probleem te vormen voor de leveringszekerheid. In het verleden heeft Nederland perioden gekend van importafhankelijkheid zonder dat de leveringszekerheid in gevaar is gekomen. In de toekomst wordt toevoer vanuit het buitenland minder zeker vanwege meer gelijksoortigheid van het productiepark in Noordwest-Europa. Een nationaal vermogensoverschot leidt overigens niet automatisch tot extra leveringszekerheid. Nederland maakt deel uit van een geïntegreerde Europese elektriciteitsmarkt, waarbij ons elektriciteitssysteem sterk gekoppeld is met het buitenland. De leveringszekerheid in Nederland wordt daarom in steeds grotere mate beïnvloed door ontwikkelingen in de ons omringende elektriciteitsmarkten.
Dankzij de koppeling met het buitenland kan de leveringszekerheid in Nederland op de middellange termijn voldoende blijven. Evenzo levert het Nederlandse productiepark een bijdrage aan de leveringszekerheid in de ons omliggende landen.
Door de verwachte afname van thermisch vermogen, onduidelijkheid over (her)investeringen in conventionele centrales, moeilijk rendabel te maken gascentrales en onzekerheid over de mogelijke ontwikkeling van capaciteitsmarkten in verschillende Europese landen kunnen op de langere termijn (na 2025) risico's voor de leveringszekerheid ontstaan. De Europese markt met het gekoppelde systeem bestaat momenteel uit een hybride marktontwerp, waarbij het ene land een energy-only-markt kent en het andere een systeem hanteert met capaciteitsvergoedingen. TenneT is geen voorstander van capaciteitssystemen, waarbij conventionele centrales die deelnemen aan het marktsysteem in feite worden gesubsidieerd om operationeel te zijn. Dit zou investeringen in innovatieve en duurzame oplossingen afremmen en niet-efficiënte centrales onnodig in leven houden.
Advies
De resultaten van TenneT's Monitoring Leveringszekerheid geven geen directe aanleiding om de overheid te adviseren om op korte termijn nieuwe maatregelen te treffen om de toekomstige leveringszekerheid in Nederland te waarborgen. Wél is het raadzaam om de ontwikkelingen in het buitenland nauwgezet te volgen. Bijvoorbeeld de mogelijke uitfasering van (bruin)kolencentrales in Duitsland en andere landen, en sluiting van kerncentrales in België.
Daarnaast is het van belang dat overheden met elkaar dit soort beleidsvoornemens bespreken en de consequenties daarvan voor de leveringszekerheid in de Europese regio (laten) analyseren.
Tenslotte is het noodzakelijk om de consequenties voor de leveringszekerheid als gevolg van de nieuwe regulering in het kader van de Clean Energy Package (CEP) door de Europese Commissie nauwlettend te volgen.
Rapport Monitoring Leveringszekerheid
TenneT voert vanuit haar wettelijke taak "marktfacilitering" jaarlijks een monitoring van de lange termijn leveringszekerheid uit. De monitoring en de daarvoor benodigde gegevensvergaring wordt uitgevoerd op grond van artikel 16, tweede lid, onderdeel f van de E-wet, waarbij de monitoring van de leverings- en voorzieningszekerheid (artikel 4a, eerste lid, van de elektriciteitswet 1998) is gedefinieerd als een TenneT-taak.
Doel van de monitoring is om inzicht te geven de verwachte ontwikkeling van de leveringszekerheid in Nederland op korte en middellange termijn, tot een periode van 7 jaren vooruit. In de EU-Richtlijn 2005/89/EG wordt voorgeschreven dat de zichtperiode is uitgebreid tot 15 jaren vooruit. In de nationale analyse wordt daarom een vooruitzicht op de mogelijke situatie van 2033 weergegeven.
De dataverzameling, de berekeningen en de analyses voor deze monitoring zijn uitgevoerd op het moment dat het Klimaat Akkoord 2018 nog een voorlopig karakter kent. De uitgangspunten met betrekking tot onder andere de ontwikkeling van de elektriciteitsvraag en de elektriciteitsproductie-capaciteit van hernieuwbare bronnen zijn om die reden nog gebaseerd op de vastgestelde en voorgenomen beleidsvariant van de Nationale Energieverkenningen 2017.
[1] De verbetering van de leveringszekerheid betreft een verbetering ten opzichte van de Monitoringsrapportage van vorig jaar. In absolute zin daalt de leveringszekerheid met de jaren.
[2] Deze capaciteit is inclusief zogenoemde reducties ten gevolge van storingen, revisies en loop flows vanwege productieoverschotten uit windcapaciteit
[3] Brandstoffen: uranium, aardgas, biogas, hoogovengas, procesgas, steenkolen, afval, biomassa
[4] Onderzoek door Frontier Economics: analyse van marktontwikkelingen en stimulansen voor 'de-mothballing' CCGT's (Combined Cycle Gas Turbines)