Ministerie EZK en TenneT onderzoeken drie tracés voor nieuwe hoogspanningsverbindingen

De vraag naar elektriciteit van ondernemers en consumenten neemt razendsnel toe. TenneT bouwt aan het hoogspanningsnetwerk om aan deze vraag te kunnen voldoen. De komende jaren komen er honderden kilometers aan nieuwe hoogspanningsverbindingen en tientallen extra hoogspanningsstations bij.

Bij projecten van nationaal belang is het ministerie van Economische Zaken verantwoordelijk voor de procedurele gang van zaken om te komen tot een projectbesluit. De minister van Klimaat en Energie heeft de onderzoeksplannen vastgesteld (Notitie Reikwijdte en Detailniveau) voor drie nieuwe 380 kV-verbindingen:

• Tussen Noord- en West Nederland voor verbindingen tussen Vierverlaten (Groningen) en Ens (Noordoostpolder); En tussen Ens en Diemen (Noord-Holland).
• En in het Zuidwesten van Nederland een verbinding tussen Krimpen of (Crayestein, Zuid-Holland) en Geertruidenberg (Noord-Brabant).  

Onderzoeksplannen

In de plannen is voor de verschillende projecten de reikwijdte en het detailniveau van de onderzoeken opgenomen: en ook welke alternatieven onderzocht en met elkaar vergeleken en afgewogen worden. In de aanloop naar de vaststelling van de onderzoeksplannen zijn alternatieven getoetst en hebben conceptplannen voor advies en reactie ter inzage gelegen.

Naar en van Ens in de Noordoostpolder

Hoogspanningsstation Ens is aangesloten op de landelijke ‘380 kV-hoofdnet’ dat het hele Nederlandse elektriciteitsnet met elkaar verbindt. De nieuwe 380 kV-lijn tussen de hoogspanningsstations Vierverlaten en Ens is volledig nieuw.  De verbinding vanaf Ens naar Diemen (bij Amsterdam) is een extra verbinding ter aanvulling op de bestaande 380 kV-verbinding die nu grotendeels langs de A6 via Lelystad en door Almere loopt. TenneT legt 380 kV-verbindingen in principe bovengronds aan.

Vierverlaten - Ens

Voor het tracé Vierverlaten – Ens worden 5 alternatieven onderzocht, die in combinatie met elkaar een nieuwe verbinding kunnen vormen. Afhankelijk van de uiteindelijke keuze krijgt de verbinding een lengte van 100 tot 120 kilometer. Alle alternatieven lopen in ieder geval langs (de omgeving van) hoogspanningsstation Heerenveen Oudehaske.

Tien jaar geleden stopten ministerie en TenneT de procedure voor een vergelijkbare nieuwe verbinding door Friesland. Er lag op dat moment zelfs al een voorkeursalternatief, een lijn parallel aan de bestaande 220 kV-verbinding. De voorkeur van toen is nu een van de te onderzoeken alternatieven. Groot verschil is dat in de plannen van toen de 220 kV-verbinding zou verdwijnen na de ingebruikname van de 380 kV-verbinding. Nu ziet TenneT de 380 kV-verbinding als een aanvulling op de bestaande 220 kV-verbinding.

Voor meer informatie over dit project: www.tennet.eu/vierverlaten-ens

Diemen - Ens

Het onderzoek naar de milieueffecten voor deze (extra) verbinding tussen Ens, Lelystad en Diemen bestrijkt nog een groot aantal mogelijke onderzoeksalternatieven.

De onderzoekers kijken hier ook naar de ligging van hoogspanningsstations, waaronder een nieuw te bouwen hoogspanningsstation in de omgeving van Almere/Zeewolde en het – al dan niet met nieuwbouw- uit te breiden hoogspanningsstation bij de Maximacentrale ten oosten van Lelystad. Koppeling van het stroomsnelwegennet met deze beide hoogspanningsstations is een voorwaarde voor het functioneren van het elektriciteitsnet in de snel ontwikkelende provincie.

Voor meer informatie over dit project: www.tennet.eu/diemen-ens

Tussen Geertruidenberg-Krimpen aan den IJssel of Crayestein

Ook tussen het hoogspanningsstation Geertruidenberg en dat bij Krimpen aan den IJssel of het hoogspanningsstation Crayestein (bij Dordrecht) wil TenneT een extra verbinding bouwen. Het onderzoeksplan omvat 10 alternatieven. Onderzoeksvraag is ook welk hoogspanningsstation de verbinding met Geertruidenberg aan moet sluiten.

Voor meer informatie over dit project: Geertruidenberg - Krimpen aan den IJssel of Crayestein (tennet.eu)

Voorkeursbesluiten verwacht in 2025

De minister van Klimaat en Energie maakt voor ieder afzonderlijk project op basis van de uitkomsten van de onderzoeken en een integrale effectenanalyse waarin ook economische en technische overwegingen, omgeving en kosten een afweging voor een voorkeursalternatief. De minister vraagt hierbij advies van de regio. De voorkeursalternatieven liggen vervolgens ter inzage en iedereen kan hier dan op reageren (zienswijze indienen) voordat (de minister) definitieve projectbesluiten neemt.

Zie ook Lopende projecten (rvo.nl)