Skip to content
Wouter Mos, leadengineer bij TenneT

Nieuw- en ombouw van stations: werken onder hoogspanning

In de nieuwe hoogspanningsverbinding tussen Rilland en Tilburg liggen straks elf hoogspanningsstations. En als je alle opstijgpunten – ‘een soort ministations’ aldus Wouter Mos – meetelt nog een stuk meer.

Twee van die hoogspanningsstations worden nieuw gebouwd. De rest bouwt TenneT om. Maar waarom eigenlijk? En wat houdt dat ombouwen precies in?

Wouter Mos is leadengineer bij TenneT. Samen met zijn team is hij verantwoordelijk voor ‘het technisch eindproduct’, zoals hij de optelsom noemt van alles wat er tijdens de nieuw- en ombouw aan hoogspanningsstation plaatsvindt. 'Het komt erop neer dat de stations straks correct zijn aangesloten op het elektriciteitsnet. En dat wat de aannemers hebben gebouwd technisch ook allemaal werkt.'

Als een boom met takken

Het gaat dan om het 380 kV-station Tilburg en het 150 kV-station Oosteind die beide compleet nieuw worden gebouwd. Het eerste om aan de gestegen vraag naar elektriciteit in Brabant te kunnen voldoen. Het tweede om het bestaande hoogspanningsstation Oosteind te vervangen. 'Dat is verouderd. Als we het bestaande station zouden uitbreiden – om aan de gestegen vraag te voldoen – voldoet het niet meer aan de huidige wet- en regelgeving. Daarom bouwen we een nieuw station naast het huidige.'

Daarnaast past TenneT van bijna alle andere hoogspanningsstations de lijnvelden aan naar kabelvelden. Daarbij worden bovengrondse lijnen vervangen door ondergrondse kabels. 'Door het opnemen van de bestaande 150 kV-verbindingen in de nieuwe 380 kV-hoogspanningsverbinding maken we van de hoogspanningsmast een soort boom met verschillende takken en lijnen', legt Wouter uit. Dat is enerzijds efficiënt qua ruimte in het landschap. Anderzijds maken de verschillende takken het niet makkelijk om op een veilige manier bij de binnenste lijnen te komen. 'Daarom leggen we de lijnen op 150 kV-niveau ondergronds. Dat voorkomt een spaghetti aan lijnen. En is dus veiliger.'

Uit de jaren zeventig

Een uitdaging die Wouter en zijn team daarbij tegenkomen, is dat de zogenoemde ‘as built’-informatie te wensen over laat. Oftewel, dat de tekeningen van de bestaande installatie niet (helemaal) kloppen met de werkelijke situatie. 'Veel stations stammen uit de jaren zeventig', verklaart Wouter. 'Tekeningen en documentatie uit die tijd staan allemaal op papier. Dat kan zijn aangetast of verloren gegaan, waardoor de informatie nu soms onvolledig is.'

Licht moet blijven branden

Om het risico weg te nemen dat er tijdens de ombouw onbekende leidingen of kabels worden geraakt, wordt de huidige situatie goed in kaart gebracht. Onder andere door het graven van proefsleuven en het uitvoeren van nulmetingen. 'Zodat we voorzichtig kunnen kijken wat er in de grond zit en of we daar überhaupt kunnen bouwen.' Het is onderdeel van een uitgebreid voorbereidingsproces dat ook om andere redenen belangrijk is bij het werken aan hoogspanningsstations. De luxe om een verbinding langere tijd buiten gebruik te stellen, is er niet. Het licht moet immers blijven branden. 'Dus doen we alles wat we kunnen doen vóórdat de verbinding uitgaat. Dan moet je onder andere denken aan het maken van funderingen, het plaatsen van staalwerk en het leggen van kabels.'

Onomkeerbaar punt

Wanneer alle voorbereidingen zijn getroffen, volgt het moment dat de lijnverbinding om gaat naar de kabelverbinding. Dat is ook het moment waarop de bestaande verbinding wordt uitgeschakeld. In Nederland is daar een zogenoemde Voorziene Niet Beschikbaarheid voor nodig, afgekort tot VNB. De vraag naar elektriciteit wordt tijdens zo’n VNB tijdelijk overgenomen door een andere verbinding. 'Op dat moment moet alles kloppen en kunnen we niet meer terug. Want als de kabels in gebruik worden genomen wordt de bestaande lijnverbinding weggeknipt.'

Hoeramomenten

Als de voorbereiding goed en gedegen is en de flow erin zit, zal het verkabelen van de 11 hoogspanningsstations en het bouwen van de 17 opstijgpunten verlopen als een soepel rijdende trein, zo verwacht Wouter. Toch zal hij het ombouwen van stations niet snel business as usual noemen. 'Het werken met hoogspanning is altijd spannend. Een VNB kan plotseling worden ingetrokken. Of je komt toch iets tegen wat je niet had voorzien. Bovendien worden in de VNB-periode ook de besturings- en beveiligingsinstallaties aangepast en getest. Dat is flink doorwerken. Daarom ben ik iedere keer weer blij en trots als een inbedrijfname, en al die verschillende stapjes die daartoe leiden, succesvol is verlopen.'