
7 kernpunten voor een duurzaam energiesysteem in 2050
TenneT heeft zeven belangrijke kernpunten vastgesteld die van grote waarde zijn voor een écht duurzame toekomst voor Nederland. Zeven kernpunten die essentieel zijn voor TenneT om zijn taken goed uit te kunnen voeren en die helpen de transitie naar een CO2-vrij energiesysteem in Nederland te realiseren. De kernpunten kunnen hiermee van belang zijn voor een nieuw kabinet en het energiebeleid van de komende jaren.
7 kernpunten
Dit zijn de kernpunten voor het op tijd realiseren van een duurzame, betrouwbare en betaalbare elektriciteitsvoorziening in Nederland
We moeten vasthouden aan de basisideeën van het Nationaal Programma Energiesysteem (NPE) en Target Grid gebruiken om het elektriciteitsnetwerk uit te bouwen en te verbeteren. Als we de huidige doelen en principes van NPE en Target Grid behouden, voorkomen we vertraging en tijdsverspilling. Tegelijkertijd stelt Target Grid ons in staat een lange termijnplan te maken en vroegtijdig voorbereidingen te treffen. Zo kunnen investeringsbeslissingen eerder plaatsvinden, net als het verkrijgen van vergunningen en grond.
Het uiteindelijke doel is een elektriciteitsnet in 2045 klaar te hebben dat een CO2-vrij energiesysteem volledig faciliteert, waarbij wij uitgaan van de hoogste mate van elektrificatie. Dan zijn we op alles voorbereid. Mocht het toch minder worden, kunnen we altijd aanpassen. Flexibiliteit blijft mogelijk voor eventuele toekomstige veranderingen. Het is essentieel om de nu ingezette koers aan de hand van NPE en Target Grid te blijven volgen. Uit ervaring weten we dat onvoldoende planning in eerste instantie de uitbreiding bemoeilijkt en meer tijd kost.
Nederland staat voor veel grote uitdagingen, en één ding dat ze allemaal nodig hebben is ruimte. We proberen slim om te gaan met ruimte door natuurvriendelijk te bouwen. Ook zorgen we dat de omgeving na een project kan blijven groeien en sterker kan worden. Als het kan, leggen we de verbindingen ondergronds (bij spanningsniveaus van 110 en 150 kV). Maar bij hogere spanningsniveaus zoals 220 kV en 380 kV kan dit om technische redenen maar heel beperkt.
Als we energieprojecten plannen, moet hier rekening mee worden gehouden en is het nodig ruimte te reserveren in overheidsprogramma's zoals de Nota Ruimte, Programma Energiehoofdinfrastructuur en VAWOZ. Zo kunnen we beter plannen en zorgen we voor voldoende ruimte voor iedereen.
Veel projecten die het elektriciteitsnet uitbreiden, dreigen te vertragen door het stikstofprobleem, omdat ze geen vergunning krijgen. Dit vertraagt ook andere sectoren zoals industrie en woningbouw. Zonder stroomkabels kunnen we geen laadpalen, nieuwbouwwijken of duurzame industrie opbouwen. Als we niet de juiste vergunningen krijgen, komen woonplannen en klimaatdoelen in gevaar en wordt het moeilijker om stikstofuitstoot te verminderen. Onze projecten zijn immers bedoeld om een duurzaam, uitstootloos energiesysteem te creëren.
We kunnen deze vicieuze cirkel doorbreken door het gemakkelijker te maken om vergunningen te krijgen voor elektriciteitsnetten. Dat kan op verschillende manieren:
- We moeten snel en goed de Europese richtlijn REDIII invoeren, die mogelijkheden biedt om vergunningen voor elektriciteitsnetten te versoepelen.
- Energie-infrastructuurprojecten moeten voorrang krijgen bij het verdelen van stikstofruimte uit stikstofbanken, zodat huizen, bedrijven en industrie kunnen blijven verduurzamen en bouwplannen kunnen doorgaan.
- Het Rijk kan gemeentes en provincies helpen door duidelijke richtlijnen te geven voor ecologische beoordelingen en compenserende maatregelen. Zo kunnen we hopelijk sneller vooruitgang boeken.
Het aantal aanvragen om het elektriciteitsnet aan te sluiten groeit sneller dan dat de netbeheerders kunnen uitbreiden. Dit veroorzaakt problemen, omdat het net overvol raakt. Om dit op te lossen, moeten we het elektriciteitsnet uitbreiden met meer kabels, hoogspanningslijnen en hoogspanningsstations. Dit kost helaas veel tijd vanwege vergunnings- en inspraakprocedures. Maar er zijn ook directe acties mogelijk om bedrijven toch aan te sluiten:
- Geef netbeheerders het mandaat om samen met EZK, de Provincies en Energy Storage NL het plaatsen van de batterijen op de juiste plekken te coördineren.
- Er moeten energieadviseurs komen om ondernemers te helpen met flexibel energieverbruik en hun bedrijfsprocessen aan te passen.
- Vergunningprocedures moeten sneller verlopen door betere naleving van de Crisis- en Herstelwet.
- Het Landelijke Aanpak Netcongestie moet intact blijven, omdat het een belangrijk platform is waar netbeheerders en ondernemers samenwerken.
Een grote uitdaging voor het zorgen dat we altijd genoeg elektriciteit hebben zonder CO2-uitstoot, is dat soms hernieuwbare energiebronnen als wind en zon minder stroom opwekken terwijl de vraag hoog is. Dit heet ‘dunkelflaute’. Batterijen en minder stroom gebruiken helpen dan niet genoeg. We hebben op die momenten CO2-vrije energiecentrales nodig die we snel kunnen inzetten en die regelbaar zijn. Bijvoorbeeld, gascentrales kunnen worden aangepast om groene waterstof als brandstof te gebruiken.
Er is een maar. Groene waterstofcentrales en bedrijven die flexibel met hun stroomvraag omgaan, kunnen alleen goed werken als wordt geaccepteerd dat soms de stroom tijdelijk duurder wordt. Als de prijzen op momenten van grote schaarste niet hoog genoeg zijn, zullen bedrijven niet investeren. De overheid moet daarom ruimte geven voor nu en dan hogere prijzen zonder in te grijpen. Als dat niet aanvaardbaar blijkt, kan er worden gekozen voor een (capaciteits)mechanisme waarbij deze CO2-vrije centrales betaald worden om stand-by te staan en altijd klaar te zijn om te helpen.
Een goed functionerend, leveringszeker elektriciteitssysteem gebaseerd op hernieuwbare energie heeft een goede verbondenheid via interconnectoren met andere landen nodig. Gegeven de schaarse ruimte, de regie op de integrale planning en het waarborgen van de maatschappelijke baten voor Nederlanders kan het beste worden gewerkt met hybride interconnectoren aangesloten op ons net op zee. Hybride interconnectoren maken uitwisseling (handel) van stroom tussen landen mogelijk en sluiten ‘onderweg’ ook offshore windparken aan op het systeem. Twee-in-één, hybride dus. Het is van belang dat TenneT een duidelijke wettelijke taak krijgt om deze te realiseren.
TenneT ís, naast netbeheerder op land, ook al netbeheerder op zee en heeft veel ervaring, kennis en kunde over elektriciteitssystemen op zee. TenneT is wereldwijd leidend op het gebied van aansluitsystemen voor windparken op zee en het ontwikkelen van onderzeese stroomkabels tussen landen (gelijkstroom interconnectoren). Met het zogenoemde 2GW Program heeft TenneT recent een nieuwe standaard ontwikkeld voor het op grote schaal kunnen aansluiten van enorme windparken op zee.
Het is essentieel om de verduurzaming van de industrie af te stemmen op de groei van CO2-vrije elektriciteitsproductie. Vooral van wind op zee en kernenergie. Hiervoor is een programmatische aanpak nodig voor:
- de best passende locaties voor industrie: hoe dichter bij de energiebron, hoe beter.
- het moment van realisatie van duurzame elektriciteitsproductie en verduurzaming van de industrie: hoe beter in tijd op elkaar afgestemd, hoe beter.
- het zo veel mogelijk laten samenvallen van het elektriciteitsverbruiksprofiel van de industrie met de productie van CO2-vrije elektriciteit.
